De Tijger Brigade op Midden Java 1946 - 1949

2e Eskadron Pantserwagens

Het 2e Eskadron Pantserwagen werd opgericht op 10 januari 1946 te Amersfoort en bestond uit OVW's.
Na de basistraining werden zij op 23 Juli 1946 overgeplaatst naar Engeland voor verdere training en ontvangst van uitrusting. Op 24 Augustus 1946 vertrokken zij (name boat) naar Nederlands-Indië en kwamen op 18 September 1946 aan in Tandjong Priok. Twee dagen later werd er besloten dat zij door gingen naar Semarang.
In Semarang werden zij eerst midden in de stad gelegerd, maar al snel verhuisden zij naar een villa in Djatingaleh in het zuidelijk deel van de stad. Hier kregen zij verdere training en begonnen deel te nemen aan beveiligingoperaties en ondersteuningsaanvallen voor verschillende infanterie bataljons.
In voorbereiding voor de 1e politionele actie werd een gewapende colonne geordend van het 2e Eskadron Pantserwagen en een compagnie van het 1e Regiment Stoottroepen. (RS), maar het was niet eerder dan de tweede dag van de 1e politionele actie dat het werd ingezet. Op 22 juli 1947 kreeg het orders om Oengaran in te nemen en na een rustpauze kreeg het de orders om door te gaan naar Bawen, 15 kilometer verder zuidwaarts.
Aangekomen in Bawen werd de situatie gewijzigd. Er was een groot gevaar dat de Toentangbrug opgeblazen zou worden terwijl zij toekeken. In plaats van te wachten op toestemming van de Brigade Commandant om voorwaart te mogen gaan, kreeg de reserve luitenant F. van Ogtrop toestemming van de colonnecommandant om voorwaarts te gaan en een betere positie te betrekken. Zonder enige bedenking en onder vijandelijk mortiervuur stootte het voorwaarts met ondersteuning van de aanvalscompagnie van het 1e Regiment Stoottroepen.
De brug was op laatste moment voor verwoesting ondermijnd en het zou alleen nog een kwestie van activeren zijn geweest. Voor deze actie werden luitenant F. van Ogtrop en korporaal Kluk, die met een verkenningswagen de weg wees, onderscheiden met het Bronzen Kruis.
Op 24 juli werd het eskadron teruggeroepen naar Semarang. Hier vanuit nam het voor ondersteuning deel aan verscheidene operaties. De laatste grote opdracht tijdens de 1e politionele actie was toen het orders kreeg om deel te nemen aan een aanval in westelijke richting van de kust om contact te maken met de W-Brigade. Dit gebeurde op 4 augustus 1947 net voor het einde van de 1e politionele actie. Hierna werd dit eskadron overgeplaatst naar Salatiga waar het verdeeld werd over verschillende eenheden.
De periode die volgde na de 1e politionele actie was erg rustig voor het eskadron, hoewel zij natuurlijk wel doorgingen met de patrouilles. Veel tijd werd besteed aan sport en competities met andere eenheden. Hierdoor gingen zij zich afvragen voor hoe lang ze nog in Nederlands-Indië zouden moeten blijven. Toen kwam het nieuws van de 2e politionele actie.
Deze begon op 21 december 1948 toen het eskadron met de 2e compagnie van 5-5e Regiment Infanterie optrok richting Djokja.
Toen zij het vliegveld bij Nagoewo bereikten, maakten zij contact met de paratroepen die eerder die dag daar waren gedropt. Dit was de enige grotere operatie waaraan het eskadron deel aan nam gedurende de 2e politionele actie.
De rest van de tijd werd besteed aan patrouilles en konvooidiensten. Een taak die veel vergde van de mensen omdat verkenningswagens niet echt geschikt waren voor dit werk.
Op 29 juni 1949 verliet het eskadron samen met de andere Nederlandse troepen Djokja. Op 13 Juli werd al het materieel ingeleverd en op 26 Juli 1949 keerden zij terug naar Semarang. Hier gingen zij aan boord van de "Trisadana" en voer naar Tandjong Priok. Hier vandaan verlieten zij Nederlands-Indië aan boord van de "Waterman" en keerden op 9 September 1949 terug in Nederland.